De Standaard recensie 'just asking': ' Wel, da’s een goeie vraag!'

just asking: de film? | just asking | 5 October 2020
Vragen staat vrij, moet acteur Oscar Van Rompay gedacht hebben. In Just asking vuurt hij solo op scène zeventig minuten lang een oceaan aan vragen af op het publiek.

‘Stel alles in vraag!’ Zo luidt het mantra van het nieuwe seizoen van NT Gent, geschreven met een dwingend uitroepteken. Oscar Van Rompay en regisseur Peter Seynaeve gehoorzamen flink: in hun openingsproductie Just asking – gebaseerd op de in vraagvorm geschreven roman The­ ­interrogative mood van Padgett ­Powell – ­eindigt elke zin met een vraagteken.

‘Als jij de vlag van een land mag ontwerpen, welke kleur zou dan overheersen?’ ‘Wat is jouw standpunt aangaande de aardappel?’ ‘Welke kleur zou jij woensdag geven?’ ‘Zou Mendelejev jou kwijt kunnen in één vakje van zijn tabel? Of zou je een beetje in alle vakjes zitten?’ ‘Is het niet beter als iedereen gewoon een legging droeg?’ En zo gaat het maar door.

Van Rompay slingert afwisselend banale, absurde en diep existentiële kwesties de zaal in. Soms gericht aan zichzelf of een imaginaire gesprekspartner, dan weer aan een hogere ­instantie. Soms zijn het meerkeuzevragen, af en toe wist-je-datjes en vaak retorische vragen, die geen reactie behoeven. Toch is dat wat je als toehoorder lange tijd in je hoofd doet: je eigen antwoord bepalen op dilemma’s genre: ‘Stel dat je zou emigreren, naar waar dan?’

Alleen houd je dat reflexieve spel niet lang vol. Lijkt Van Rompay aanvankelijk nog een kind van vier dat vrolijk alles in vraag stelt, dan krijgt die curiositeit later iets dwangmatigs. In een moordend tempo vuurt hij vragen af die de toeschouwer soms murw slaan. Omdat hij geen duidelijk personage speelt, heb je het raden naar het waarom van zijn vragenmanie.

Afwezige date

Het is bepaald een krachttoer die Van Rompay hier neerzet, alleen vergezeld van een rond, wit tapijt. Met kleine veranderingen in toon of mimiek schippert hij tussen vertwijfeld en naïef, argwanend en verbouwereerd. Soms suggereert hij een setting, zoals wanneer hij lichtjes dansend vragen lijkt te roepen in het oor van een afwezige date in een discotheek.

Maar na verloop van tijd – rond vraag 500, gokken we – toont het format zich erg beperkt. Hoe geestig en prikkelend Just asking bij momenten ook is, de monoloog overstijgt niet helemaal de gimmick. Dan gaat dit vragenvuur slepen, en wordt het wat langdradig en saai. Dat ligt eerder aan het concept dan aan het frisse, transparante spel van Oscar Van Rompay.