ESSAY: Euripides' waanzin onder ons
| 12 juni 2024"Why does tragedy exist? Because you are full of rage. Why are you full of rage? Because you are full of grief."
--- Anne Carson, 'Grief Lessons: Four Plays by Euripides'
In de derde week van het ALL GREEKS FESTIVAL staan vier tragedies van Euripides geprogrammeerd op de site van het Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain. Alle vier zijn ze vertaald door dichter en classicus Anne Carson en gebundeld in Grief Lessons: Four Plays by Euripides. Aristoteles gaf Euripides het epitheton Tragikotatos: de meest tragische van de grote tragedieschrijvers. Waarom dat zo is? Vast dezelfde redenen die Carson verzamelt in een mapje en die getuigen waarom Euripides zo unpleasant is. In dat mapje: Eén – Euripides’ gerommel met structuur. Zijn tragedies weigeren elk helder verloop, hij husselt begin, midden en einde door elkaar en laat ons verweesd achter. Twee – zijn protagonisten zijn geen helden of heldinnen met wie we ons kunnen identificeren. Drie – er is geen rechtvaardigheid, geen duidelijke moraal, geen katharsis. Euripides gunt zijn publiek geen loutering, geen ‘tragisch plezier’.
Het nieuws deze week, ook een ingekaderd en gecureerd theater, loopt vol met politici die campagne voeren voor de aankomende verkiezingen, er zijn de sociale media met de gruwel van Israëls onophoudelijke aanvallen op Gaza, de studentenprotesten aan verschillende Vlaamse en Nederlandse universiteiten, slakkenplagen door onophoudelijke regen. Het verontrust en destabiliseert zowel het individuele hart als dat van de samenleving. En het verbindt ons met Euripides. De jongste van de drie grote tragedieschrijvers bereikte het hoogtepunt van zijn roem tijdens de rampzalige Peloponnesische oorlog, naar de maatstaven van zijn tijd een heuse wereldoorlog die het einde van Athenes imperialisme en van haar politieke bloei zou inluiden. Normen vervaagden: corruptie, onzekerheid, verval en wanhoop werden de regel. Zijn onaangename tragedies zijn een spiegel voor de heersende (afwezige) moraal van zijn tijd, of van de onze. Tragedies zijn van overal en alle tijden, katharsis is er enkel voor de geprivilegieerden.
Binnen het kader van de van geschiedenis, symboliek en urgentie overladen psychiatrie krijgen deze verhalen een extra betekenislaag. Het Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain is een stad binnen de stad, met een historische kern en nieuwbouwwijken, een desoriënterend stratenplan, moeilijke communicatie tussen de afdelingen, een neoliberaal zorgbeleid, dissidente en gezagsgetrouwe verzorgers en bewoners, dikke hagen die het Centrum afscheiden van de percelen van de buren en een eigenzinnig museum.
CHORUS: "Do announcements of grief never sleep?" (Carson, p. 128)
Dinsdag, enkele minuten voor elf. Voor de ingang van dit Museum Dr. Guislain verzamelt het publiek. Er worden rode ballonnen uitgedeeld. De kinderen en jongeren van de psychiatrische afdelingen Fioretti en De Steiger, met wie theatermaker Khadija El Kharraz Alami in de voorbereidende weken samenwerkte, komen kijken naar HEKABE’S REVENGE IS GRIEF. De ballonnen zijn vooral voor hen. Om elf uur stipt verschijnt de theatermaker samen met muzikant Ata Güner. ‘Niemand van ons heeft ervoor gekozen geboren te worden.’ El Kharraz Alami is Hekabe, koningin van Troje, slaafgemaakt en in rouw. Op gruwelijke wijze werd ze van al haar kinderen beroofd. Vandaag wordt het publiek uitgenodigd deel te nemen aan een rouwstoet en ritueel om de kinderen te herinneren en te eren. We maken een trage wandeling door de gaanderijen van het museum, over de oude gele tegels, onder de rode bakstenen gewelven. Onze stappen worden begeleid door Güner op de daf – een grote handgemaakte drum die in het Midden-Oosten belangrijke rituelen als huwelijken of begrafenissen begeleidt – en door El Kharraz Alami die de namen voorleest van de talloze kinderen die in Gaza overleden. ‘Dit zijn mijn kinderen.’
Euripides’ Hekabe moet haar dochter offeren aan de vijand. Het is een tragedie voor de Trojaanse koningin, die eerder bijna al haar kinderen is verloren aan de oorlog, maar voor de geschiedenis is het betekenisloos. Geen inzicht, geen gunstige wind, geen rechtvaardigheid volgt. Machtsstructuren blijven wat ze zijn en het geweld gaat door. Meer nog: een gezant komt Hekabe vertellen dat haar allerlaatste zoon, in veiligheid gebracht bij een vriend van de familie, door diezelfde vriend werd vermoord om hem van het goud te beroven. Hekabe richt zich tot de goden: ‘Do announcements of grief never sleep?’ Het enige wat het leven Hekabe nu nog te bieden heeft is wraak: ze lokt de vriend en zijn kinderen en zal hen met behulp van haar hofvrouwen vermoorden. Geweld op geweld.
El Kharraz Alami’s Hekabe maakt een andere keuze. Ze neemt de controle terug door ruimte te maken voor rouw. Wij, het publiek, worden uitgenodigd voor een rouwritueel, maar eveneens aangesproken als getuige, slachtoffer, dader.
He killed my children
he killed our children
he killed my daughter
he killed my son
we kill our children for gold
El Kharraz Alami en Güner leiden ons tot bij ‘het paviljoen’ in de achtertuin van De Steiger, een architecturaal werk van kunstenaar Philip Aguirre y Otegui. Er staan woorden op gekrijt: SMASH IT – SPARE NOTHING – PULL THE PLACE DOWN – DISRUPT. De grasheuvel ervoor doet handig dienst als amfitheater. Er liggen zitzakken. Enkele jongeren voor wie dit hun achtertuin is gaan comfortabel liggen en leveren live commentaar. El Kharraz Alami nodigt de jongeren van De Steiger uit. In het keramiekatelier maakten ze samen bordjes in klei waarop ze schreven waar ze graag vanaf willen: ‘bewindvoerder’, ‘verdriet van tranen’, ‘FACK YOU’, ‘psychose’.
De bordjes worden tegen de muur van het paviljoen in stukken gegooid. Er liggen ook bordjes met dingen die ze graag willen verwelkomen: ‘niet pesten’, ‘veel geld, weinig werk’, ‘ik wil gelukkig worden’. Ook het publiek mag bordjes beschrijven en stukgooien. Tegen de muur met ‘ruzie’, ‘verplichte opname’, ‘controledwang’, ‘het patriarchaat’, ‘oorlog’, ‘extreem rechts’. BAM! Wanneer onze demonen en vijanden in scherven op de grond liggen, maakt El Kharraz Alami’s ritueel ruimte voor dankbaarheid. Hekabe zingt voor de bomen, de ogen, de dromen, de zee, de adem, de woede, de rouw. ‘Dankbaar zal ik sterven, strijden, rouwen.’ En vieren: ‘We gaan zo taart eten,’ fluistert ze een van de kinderen toe die meewerkten aan de performance en vindt dat het zitten lang genoeg heeft geduurd.
Het is onmogelijk een passend antwoord te formuleren op de onophoudelijke stroom aan berichten over moord, dood en verdriet die ons dezer dagen bereiken. Euripides’ Hekabe, in de vertaling van Carson, roept onmiddellijk deze beelden op. Het ligt minder voor de hand om de tragedie te vervlechten met de persoonlijke thema’s van jongeren die in de jeugdpsychiatrie verblijven, maar El Kharraz Alami’s vormentaal, met een collectief ritueel in openlucht, groots ondersteund door de muziek en een moment waarop ieders boosheid tegen de muur mag, is een eervol voorstel tot zo’n antwoord. De mars, het rood van El Kharraz Alami’s jurk, het rood van de ballonnen en de rituele muziek vormen een koninklijk rouwritueel: de kinderen van Troje, de kinderen van Gaza waardig.
NURSE: "Ah, humans and their ailments! Gas and gloom!" (Carson, p. 182)
Theatercollectief WOLF WOLF zet twee dagen later een heel andere toon met HYPO, HET HYPOCRIETE THEATER. Euripides’ Hippolytos is de tragedie rond de onmogelijke en onbeantwoorde liefde van koningin Phaedra voor haar stiefzoon Hippolytos. Hippolytos zelf houdt van de godin Artemis en is niet van plan zich in te laten met menselijke liefde, met vrouwen van vlees en bloed. Wanneer Phaedra’s dienstmeid te weten komt hoe hopeloos het met de koningin is gesteld neemt ze het heft in handen en onderhandelt ze met Hippolytos over seks. Hippolytos wijst het verzoek af, herhaalt zijn afschuw voor zelfs maar de vraag, voor vrouwen in het algemeen. (Euripides laat geen kans onbenut om zijn misogynie in zijn tragedies te verwerken, dat mag ook in Carsons mapje.)
Wanneer Phaedra hoort dat Hippolytos van haar liefde weet, vindt ze de schaamte ondraaglijk. Ze ziet alleen verlossing in de dood en beëindigt haar leven. Theseus leidt uit Phaedra’s afscheid af dat Hippolytos het koninklijke huwelijksbed heeft bezoedeld. Hij verbant hem uit Athene. Hippolytos, die niet meer weet waar naartoe, sterft. Hij kan nog net enkele woorden wisselen met zijn geliefde Artemis, zijn vader tot inzicht brengen en hem zijn fout vergeven.
WOLF WOLF maakt van de tragedie een voorstelling die inzet op de lach, een hoog soap-gehalte heeft en een sluw spel speelt met de medeplichtige blik van het publiek. Verwelkomd worden we door Pan Primeur en Pollyx, respectievelijk PR-verantwoordelijke en geluidsman van het Royal Myths Magazine. Het Magazine viert zijn 75e verjaardag in het koninklijk paleis, op de dag van Phaedra’s verjaardag. Wij, het publiek, zijn als trouwe abonnees van het magazine de genodigden. Twee bedienden zullen ons door het feest leiden: Nanny, het oude kindermeisje van Hippo; en Cassy, Phaedra’s kapster, ‘van haar tot heg’. Ze loodsen ons door het paleis, doorspekken hun praatjes met roddels en faits-divers over de koninklijke familie en leiden ons naar de locatie van het feest.
Het publiek wordt naar boven gestuurd, de smalle gang door, de trap op. Het maakt zich klaar voor de verjaardags-verrassing, maar wanneer Nanny en Cassy de deur van Phaedra’s kamer willen openen, zit die op slot. De twee bedienden wijzen ons op een paar mannen- en vrouwenschoenen voor de deur. Zou de koningin een affaire hebben? Snel-snel wordt het publiek terug naar buiten gestuurd – terug, terug naar het graspleintje voor de slaapkamer. Eenmaal daar zien we Hippolytos, met opgetrokken schouders en schichtig achterom kijkend. Pan Primeur kan haar geluk niet op. Heeft ze een scoop te pakken? Phaedra heeft een affaire met haar stiefzoon! Nog beter – een affaire die al tien jaar aan de gang is! Hippolytos, nu vierentwintig, was toen nog minderjarig. Kan het smeuïger? Oh ja, hij heeft haar bovendien verkracht. Dat wordt smullen voor de lezers van Royal Myths! Wanneer Phaedra hoort welk verhaal het magazine maakt van de veronderstellingen, kan ze met de schaamte niet leven, en besluit ze haar leven te beëindigen. We krijgen haar niet te zien, maar horen een ingesproken afscheidsbrief: ‘Mijn geliefde onderdanen, jullie zijn schuldig, jullie zucht naar sappige verhalen veroorzaakt het lijden van anderen.’
De persoonlijke tragedie van de onbeantwoorde liefde wordt uitvergroot door ze publiek te maken, feiten te verdraaien, live te streamen. Het publiek ondergaat een transformatie van schijnbaar passieve VIP-gast naar actief medeplichtige aan de zelfdoding van Phaedra. HYPO van WOLF WOLF is Hippolytos én onze eigen hypocrisie. We denken geen kwaad te doen, maar zijn schuldig door onze blik.Het publiek wordt naar buiten gestuurd met een contract waarmee het zich akkoord verklaart door het te ontvangen. Ons wordt verboden te spreken over wat we hebben gezien. De kleine lettertjes: ‘De samenleving is voorbij de waarheid. Openlijk liegen en verdraaien is het nieuwe normaal. Of de nieuwe moraal? Een goed verhaal vertelt niet wat klopt, maar wat klikt.’ Aandachtseconomie heerst, onze blik en klik bepalen levens. Waarheid interesseert ons niet, en ach, het verloop van die levens eigenlijk ook niet.
Het spelplezier in deze sluw-vrolijke HYPO is aanstekelijk. Terwijl ik naar de andere toeschouwers kijk – twee keer een vijftigtal mensen op een druilerige donderdagvoormiddag – merk ik hoe vrolijk het me stemt mensen samen te zien lachen. Dat lijkt een tijd geleden. Het groteske spel van de acteurs, de fel overdreven verkleedpartij en het spel met het gebouw… het doet denken aan een stel neefjes en nichtjes dat op een familiefeest de verkleedkist is ingedoken en een toneeltje heeft voorbereid. Maar dan heel goed gedaan.
Een voorstelling is altijd op de een of andere manier een gesprek van de maker met de context, maar bij daglicht, met een stuk speciaal voor die context gecreëerd tijdens een korte creatieperiode en met een eenmalige opvoering, wordt dat gesprek toch een pak directer. Liegen is het nieuwe normaal, vertelt WOLF WOLF ons twee weken voor we gaan stemmen. Dus wat nu? Kunnen we onze aandacht terugkopen? Hoe leiden we die af van wat goed klikt?
CHORUS: "In such extremity, you want to entertain? Are you mad?" (Carson, p. 249)
Op zaterdagochtend treedt het collectief werkende vertelatelier van Victoria Deluxe in dialoog met Alkestis, een tragikomedie met een nogal onmogelijke plot. ‘Euripides lijkt wel moe of lui,' vertelt een van de makers. De plot: Admetos, koning van Ferai, moet sterven, maar zoekt voor dat lot een vervanger en vindt die in zijn vrouw Alkestis. Voor ze gaat drukt ze hem nog op het hart dat zijn ouders eigenlijk toch ook zijn plaats hadden kunnen innemen, zij zijn uiteindelijk al oud, en dat hij uit zorg voor hun kinderen geen nieuwe vrouw moet nemen. Ze doet er lang over om te sterven, het is een hele tijd voor iedereen onduidelijk of ze nu nog leeft of al dood is, maar uiteindelijk sterft ze toch. Admetos, de kinderen, het hele hof is in rouw. Dan krijgt Admetos bezoek van halfgod Herakles. Wanneer hij ziet dat het hof rouwt, wil hij vertrekken om niet tot last te zijn. Admetos dringt erop aan dat hij blijft. Enkele andere leden van het hof vertellen Herakles dat het Alkestis is die overleed. Herakles haalt haar terug. Het stuk eindigt met een huwelijksviering. Admetos is dolgelukkig, Alkestis zwijgt.
Samen met theatermaker Joeri Happel werkt het vertelatelier van Victoria Deluxe al twee seizoenen met het tekstmateriaal van Griekse tragedies. Het bracht in 2023 de oertragedie Bakchanten op de bühne. In februari van 2024 maakten ze een briljante zaalversie van Alkestis. Alkestis - outdoors heeft enkele scènes uit die voorstelling bewaard maar de groep, context en de voorstelling zijn toch weer anders. Bordjes met daarop aankondigingen van de scènes loodsen het publiek door het verloop van de tragedie. Godheid Joeri ‘Happollo’ heet ons welkom. Deze god heeft alle kleinmenselijke eigenschappen eigen aan de Griekse goden en zet de voorstelling meteen op de grond waarvoor hij werd gemaakt: het Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain.
Happollo lijdt aan hybris, eros, is depressivus, melancholicos, heeft een tijdje hier tussen de mensen doorgebracht toen de goden hem niet meer moesten, werd even op reset gezet. Hij spreekt tegen het standbeeld dat op het plein voor de ingang van het complex staat: ‘Jouw woorden zouden vandaag ook niet geloofd worden.’ Jezus, want hij is het standbeeld, is god en vloek. ‘Weet je dan niet dat we op deze wereld met hele complexe toestanden te maken hebben? Jezus.’
We worden op het pleintje voor de kapel verwelkomd door een koor in wapperende witte gewaden. Het lijken wel engelen. Deze collagevoorstelling schuift tradities, subculturen en lezingen over elkaar als lichtfilters en kleurt Alkestis Grieks, Gents, aangenaam gek, geëngageerd. De dood komt Alkestis halen maar stelt meteen ook gerust: ‘De maakbare mens is eindelijk af in de dood.’ Alkestis moet gaan. Het is een trage doodsstrijd, maar ze verdwijnt achter het vlies, naar de Hades, de onderwereld, de psychiatrie. Koning Admetos geeft een uitgebreide afscheidsspeech in nep-Japans. Alkestis’ dochter maakt een beeltenis van haar moeder in graffiti op het plastic gaas. Alkestis zingt over haar hoop voor de onderwereld, outdoors, definitief outsider. ‘Zal ik dan eindelijk mijn haren kunnen laten wuiven in de bedauwde ochtendlucht?’
Ze is amper gestorven, en daar verschijnt Herakles al. Hij scheurt zijn hemd open om zijn Superman-outfit te onthullen en haalt Alkestis met veel kunst-en-vliegwerk terug uit de onderwereld. Met ijzeren hand leidt hij een meditatiesessie: ‘BREATH GODDAMIT!!’ Alkestis ademt. Ze keert terug onder de mensen en heeft tijdens haar verblijf in de onderwereld een bruikbaar talent verworven: ‘Vaardig in vergankelijkheid.’ Het bordje besluit: ‘Einde. (Free Palestine)’
Maar het is geen einde. Het vertelatelier blijft verhalen verzamelen en vertellen. Dit collectief plooit de wereld binnenstebuiten en van binnenuit kan er goed commentaar worden geleverd op de waanzin van buiten. Het vertelatelier is een Grieks koor dat meerstemmig, kritisch, schalks op de wereld reflecteert, inside-out. Als makerscollectief groeit het in repertoire, vertrouwen en vaardigheid.
AMPHITRYON: "Yes, all is change. Best to keep hoping. Despair is the mark of a bad man." (Carson, p.25)
DE WAANZIN VOORBIJ/HERAKLES’ WAANZIN ten slotte vormt het uitgangspunt voor een reflectiemoment op zondag. Thuisgekomen van de oorlog, klaar met al zijn grote werken, wachten Herakles’ vader, vrouw en kinderen op hem. Ze werden gevangen genomen door de vijandige koning Lytos en kijken uit naar zijn komst. Eenmaal thuis wordt Herakles echter bezocht door de waanzin. Er rust een oude vloek op hem, gezonden door de godin Hera. Herakles is namelijk de zoon uit de verbintenis tussen haar overspelige man, Zeus, en de mooie prinses Alkmene. In waanzin doodt Herakles zijn vrouw en kinderen. Wanneer hij eenmaal terug bij rede is, vertelt zijn vader hem wat hij heeft gedaan. Herakles wil niet verder leven als moordenaar van zijn eigen gezin. Zijn vriend Theseus staat hem bij, samen verlaten ze het toneel.
Het inspireert classicus en postdoctoraal onderzoeker Zoë Ghyselinck tot een gesprek over psychische kwetsbaarheid, zorg en kunst, collectieve waanzin en oorlog. Haar gesprekspartners zijn Leen Verhaert, ervaringsdeskundige en coördinator van psychosenet (psychosenet.be), Peter Speleers, bewoner op de site van het Guislain met dertig jaar geleefde ervaring in psychiatrie, theatermaker Griet Dobbelaere die het creatieproces van HEKABE’S REVENGE IS GRIEF in De Steiger ondersteunde en documentairemaker-oorlogsjournalist Laura. Uit hun ervaringen wil Zoë Ghyselinck enkele lessen halen over de betekenis van kunst en vriendschap voor psychisch herstel, over mentaal welzijn en de betekenis van de tragedies voor ons vandaag.
Het is moeilijk collectieve lessen te trekken uit een gesprek tussen gesprekspartners van wie de achtergronden en ervaringen hard uiteenlopen. Wat blijft bovendrijven: het belang van autonomie en van creatie in herstelprocessen/in de zorg, de noodzaak aan een integrale aanpak, professionele zorg naast vriendschap, therapie naast creatie.
Op enkele weken tijd hebben deze makers en collectieven samen met deelnemers en publiek een bewerking gemaakt van een Griekse tragedie om die eenmalig voor te stellen in daglicht en in open lucht. Het werpt een ander licht op het ‘product’ theater en de manier waarop we dat traditioneel consumeren: maanden vooraf kaartjes reserveren, daar geld voor betalen waardoor je Iemand wordt Die Naar Theater Gaat en daardoor hoge verwachtingen projecteert op de voorstelling, de makers, de avond. Door te experimenteren met gratis theater in de openbare ruimte haalt het festival drempels weg, lost het controle, hoeft één voorstelling niet alle verwachtingen in te lossen, zit de rijkdom juist in de veelheid van de perspectieven.
Spelen in de perifere gebieden van de stad brengt theater ook tot bij toevallige passanten, buren, patiënten. Het spel met beperkte technische middelen en ondersteuning maakt zichtbaar dat de essentie van theater niet schuilt in de meest geavanceerde vorm, maar in het spel, de aanwezigheid, de gedeelde tijd en ruimte. Het biedt ruimte (en met die ruimte ook verantwoordelijkheid) voor experiment en maakt van theater opnieuw een belevenis waarrond mensen kunnen samenkomen, of waarvan ze kunnen wegwandelen.
Het is onmogelijk te weten welke lijntjes allemaal worden uitgezet tijdens deze ALL GREEKS: er is aan tientallen theatermakers een vraag gesteld, waarna ze een verhaal hebben gebracht, dit aan een publiek hebben voorgesteld en het vervolgens losgelaten. Het valt niet te overzien of en hoe de verhalen die tijdens dit festival ontstaan verder leven, muteren. Maar alleen al het aandurven van zoveel onzekerheid is heerlijk tegentijds en getuigt van lef. Tragedie, theater – het is een spel met regels. Waarom zou je ze niet veranderen?
HERAKLES: "How beautiful are entrances, compared to exits!" (Carson, p. 45)