Etcetera: recensie just asking – Oscar Van Rompay & Peter… | NTGent

Etcetera: recensie just asking – Oscar Van Rompay & Peter Seynaeve / NTGent

| 8 oktober 2020
Wist u dat Padgett Powell The Interrogative Mood schreef in 2009? Verbaast het u dat die roman enkel uit vragen bestaat? Slagen Oscar Van Rompay en co-creator Peter Seynaeve er met just asking in om het boek tot een boeiende theatervoorstelling te bewerken?

Op de donkergrijze vloer van het kale podium ligt een langwerpig, opgerold voorwerp. Terwijl we wachten op het begin van de voorstelling, loopt Oscar Van Rompay het podium op, alsof hij aan de ruimte moet wennen. De acteur oogt even sober als het decor: zwarte kleren, witte sportschoenen. Alsof hij de aandacht niet op zichzelf wil vestigen.

Het object op de scène schept verwachtingen. Is het een tapijt? Een grote wimpel? Een gordijn? Van Rompay loopt erop af en rolt het langzaam open: een rond, wollig tapijt dat bijna stralend wit lijkt onder de theaterspots – een tapijt als een cirkel, als een leegte, als een opening?

Zijn je emoties oprecht?

Als de eerste vraag weerklinkt, besef ik dat de voorstelling al is begonnen. Ben ik de enige die de eerste zin uit Powells roman herkent?
Heb je je zenuwen onder controle? Wat is jouw standpunt aangaande de aardappel? Vind je ook dat het nog steeds Constantinopel moet zijn? Het zaallicht blijft gedempt branden. Word je soms zenuwachtig van een paard? En word je zenuwachtiger van een paard met of zonder? Terwijl de vragen blijven opwellen, stapt Van Rompay in en uit de cirkel. Soms lijkt hij zich te richten tot het tapijt, soms tot de zwarte gordijnen rondom het speelvlak. Soms lijkt hij iemand specifiek in het publiek aan te spreken met ‘jij’, dan weer adresseert hij alle aanwezigen – occasioneel lijkt er in de vraagstelling sprake te zijn van een ‘wij’. Heeft hij ons nodig om zijn vragen te kunnen stellen?

EEN VRAGEND TAPIJT?

De cirkelvorm van het tapijt roept associaties op met andere kunstwerken waarin vragen centraal staan. Want uiteraard is Powell niet de eerste en enige die met dat idee speelde. Het programmaboekje verwijst bijvoorbeeld naar de epische performance The World Question Center van beeldend en performancekunstenaar James Lee Byars uit 1969, live uitgezonden op de Belgische televisie. Byars nodigde een groep bekende intellectuelen uit om een volgens hen cruciale vraag te formuleren. Die vragen werden vervolgens besproken in een cirkel van genodigden in de studio, allen in bijpassende gewaden gehuld. De discussie draaide een stuk minder interessant uit dan Byars misschien had verwacht, maar het leverde beklijvende beelden op.

En recenter, in 2014, maakte de Belgische filmmaker Herman Asselberghs this was before, de filmadaptie van een participatieve performance door het kunstenaarsduo Sirah Foighel Brutmann en Eitan Efrat. Opnieuw zien we een cirkel, ditmaal zonder theatrale kostuums. Een groep mensen stelt beurtelings vragen, waardoor een gesprek ontstaat. De cirkel zorgt voor verbinding – een veilige omgeving van waaruit de wereld bevraagd mag worden.

Creëert de witte cirkel in just asking verbinding? Is hier eveneens sprake van een horizontaal gesprek? Fungeert het tapijt zelf als gesprekspartner? En wie antwoordt? De acteur? Het immer zichtbare publiek? Is het tapijt een 0, en zoja: wie is 1? Kan een voorstelling een continu knipperend algoritme van vraag – vraag-als-antwoord – vraag zijn? Een gesloten circuit?

Deze gedachten flitsen door mijn hoofd, terwijl Van Rompay vraag na vraag na vraag stelt. Ik slaag er echter niet in om mezelf lang naar binnen te keren. Het zaallicht dwingt om te blijven kijken en luisteren.

VOLTA?

Is het een uitdaging voor Van Rompay om het vragenspel aan de gang te houden? Vast wel. Padgett Powell staat bekend om zijn geweldige gevoel voor ritme, waardoor je als lezer wordt meesleept in zijn vragenstroom. Ook de acteur wisselt regelmatig van tempo, ritme en register. Door hele reeksen vragen bijna te roepen, klinken ze haast woedend, of door ze glimlachend te declameren lijken ze amicaal bedoeld, wat af en toe voor een interessante spanning zorgt. Door sommige vragen letterlijk uit te beelden sorteert Van Rompay een komisch effect – af en toe geslaagd, vaak nogal flauw. Het meeslepende ritme van Powell evenaart hij zelden, maar misschien komt dat nog naarmate de speelreeks vordert. Dit was immers de première.

Ongeveer in een derde van de voorstelling knielt de acteur plots naast het tapijt. Terwijl filmische, enigszins dramatische muziek aanzwelt, tilt hij het langzaam op. Een antwoord op alle vragen? Een keerpunt in de voorstelling? Het publiek vangt niet meer op dan wat cirkelvormige schaduwen onder het tapijt. Kan een wit tapijt transformeren tot een zwart gat dat alle antwoorden absorbeert? Het vragen blijft onverminderd doorgaan.

Soms lijkt een vraag rechtstreeks de situatie te adresseren: Heb jij hoofdpijn? (Van Rompay knikt begrijpend.) Of: Is het duidelijk waarom ik deze vragen stel? Sommige vragen klinken persoonlijk: Is het moeilijk om jou te zijn? Of banaal: Heb je last van je sinussen? Bijwijlen zijn ze poëtisch en dikwijls absurd: Als je de dagen van de week een kleur zou kunnen geven, welke kleur zou je dinsdag geven? Welke kleur zou je woensdag geven? Als er kwaad gesproken wordt over de ekster, vind je dat dan terecht?

DOORHEEN DE VIERDE WAND?

Ondertussen denk ik aan die ene vriend die altijd leuk en aardig wordt gevonden. Het is iemand die constant geïnteresseerd vragen stelt. Zou die interesse oprecht zijn? Overbruggen vragen daadwerkelijk een afstand, zoals bijvoorbeeld: tussen een acteur en een publiek? Kijkt de acteur effectief mijn richting uit, of ben ik slechts een decorstuk? Komt het in niemand op om de vierde wand te doorbeken? Om het zwijgen te doorbreken? Om het vragen te stoppen met een antwoord?

Powells roman kan je rustig neerleggen, laten bezinken, en later weer ter hand nemen. Maar hier kan je niet weglopen van het vragenspervuur. (Alleszins: niemand verliet de zaal tijdens de voorstelling.) Het trage insijpelen van de absurd-poëtische vragen van Powell wint aan snelheid en intensiteit in de theaterzaal. Daardoor krijgt de fantasie van het publiek jammer genoeg minder ruimte dan die van de lezer.

WAAR EINDIGT DIT?

Door de letterlijke situering in het hier en nu slaagt de voorstelling erin het (eigen) perspectief te bevragen. Terwijl je je in de roman pas na een tijd afvraagt wie er de vragen stelt, gebeurt dat al gauw in het theater. Voel ik me aangesproken? Welke rol speel ik in deze zaal? Waarom stelt alweer een witte man op het podium de vragen? Wie hoort de vragen eigenlijk te stellen?

Dat is op zich een krachtig gegeven, maar het wordt niet voldoende uitgespeeld. Daarvoor zijn de vragen – die oorspronkelijk aan het begin van deze eeuw geformuleerd werden door een witte man in het zuiden van de VS – te breed. Het prikkelt de fantasie, maar resulteert tegelijkertijd in een haast willekeurige wijdlopigheid.

Is dit een einde?

Zo stopt de voorstelling nogal flauwtjes, en minder subtiel dan ze begon. Zonder een verandering in belichting als aanwijzing, wordt het applaus pas aangeheven wanneer de stilte aanhoudt. (Ter vergelijking: Powell sluit af met de smeekbede om weg te gaan. Wil je dat doen? Alsjeblieft?)

Een aantal vragen echoën na in mijn hoofd, maar zullen ze dat straks ook nog doen – of is just asking daarvoor te vrijblijvend? ‘Alleen radicale vragen kunnen nieuwe perspectieven openen’, stelt de seizoensbrochure van NTGent. Is de geste van het podium als vraagteken middenin deze waanzinnige wereld radicaal genoeg?

Het vergt moed om de status quo in vraag te stellen, maar pretendeert deze voorstelling dat überhaupt? James Lee Byars slaagde er niet in om iets wezenlijks te bereiken met zijn ambitieuze The World Question Center, ondanks de prominente denkers die erin werden samengebracht. Maar misschien was dat uiteindelijk ook de bedoeling niet, zoals het evenmin om het grote gebaar lijkt te draaien in just asking. Want wat is een vraagteken uiteindelijk meer dan de zachte kromming van een halve cirkel die onderaan aarzelend afwijkt en naar beneden loopt, en dan iets daaronder – een paar millimeter, een ademtocht, een tel – een punt?

just asking is nog tot 14 oktober te zien in NTGent, en gaat daarna op tournee.

Alleen de mens kan fantaseren Alles zit nog vol met toekomst Met gesloten ogen kan je zien wie je wil Tot het aan de binnenkant blijft plakken Voorbij de ­waanzin wacht de zachtheid