Tagesanzeiger: Milo Rau: 'Waarom ik van het theater hou.' | NTGent

Tagesanzeiger: Milo Rau: 'Waarom ik van het theater hou.'

| 19 november 2020
Je kunt niet op het podium staan, het publiek ziet altijd alles, in real time. Het is een heel andere baan dan filmen.

Ik heb ooit een monoloog gezien in de Berlijnse Volksbühne. De hoofdrol werd gespeeld door een acteur die al sinds mensenheugenis in het ensemble zat, maar al meer dan tien jaar geen enkele rol meer had gekregen. In de laatste voorstelling stopte hij plotseling in het midden van het podium. Hij had de hele tijd zonder pauze gesproken, maar nu stopte hij en keek om zich heen. Het werd stil, voor wat een zeer lange tijd aanvoelde. En toen hief deze acteur zijn vinger op alsof hij iets wilde zeggen, opende een onderste flap en sprong erin. Hij was weg en bleef weg omdat hij de volgende dag met pensioen was.

Een andere keer kwam een boerin op het podium, het was in Oost-Congo. Dit gebeurde in het kader van het "Congo-tribunaal", dat we daar tegen een mijnbouwbedrijf organiseerden. De boerin was, net als haar hele dorp, gedeporteerd naar een winderige berg. Haar familie had zich verspreid, haar geiten hadden gedronken uit een met cyanide vervuild meer naast de mijn en waren gestorven. De boerin vertelde dit alles, en terwijl ze sprak, ging de tijd ongemerkt voorbij. Dus begon ze te praten over haar dromen. Dat ze terug wilde naar haar dorp. Hoeveel kamers haar herbouwde huis zou hebben, een voor elk van haar kinderen. Zoals we later zagen, duurde haar optreden meer dan een uur. Een zaal met 1000 mensen had naar haar gefascineerd geluisterd.

Mijn Belgisch theater is al twee weken gesloten, mijn toneelstukken worden niet meer opgevoerd. Maar waarom hou ik van het theater? Het zijn de kleine dingen. Ik hou van de manier waarop amateur-acteurs op het podium komen: hun eerste aarzelende, dan ontspannen aanwezigheid. Ik hou van toneelwerk, ik hou van valse regen en valse wind. Ik kijk graag naar acteurs bij warming-uprepetities: hun totale beheersing van vorm en gevoel. Ik hou van lange monologen en lange stiltes. Ik hou ervan hoe bepaalde mensen de aandacht kunnen trekken. Maar ik hou nog meer van degenen die uit pure wil bijna onzichtbaar voor mijn ogen weten te worden.

Je kunt geen trucjes uithalen in het theater, het publiek ziet altijd alles, in real time. Het is een heel ander werk dan filmen. De tijd gaat uniform voorbij op het podium, net als op elke andere dag. Alles is absoluut aanwezig en zichtbaar, zoals in een wachtkamer. Het theater is een archaïsche kunst: je kunt niet knippen, er is geen postproductie. Wat fout gaat, wordt werkelijkheid. Een overwinning van de mensheid zoals in de toespraak van de boerin of in de acteur die ineens de voorstelling van zijn leven heeft, daarom ben ik meer geïnteresseerd in het theater dan in de film.