WOZ "De Federale Raad wil het onderzoek naar schaamteloze… | NTGent

WOZ "De Federale Raad wil het onderzoek naar schaamteloze misdaden voorkomen." (Milo Rau)

| 23 oktober 2020
Directeur Milo Rau bekritiseert minister van Justitie Karin Keller-Sutter: Degenen die het bedrijfsverantwoordelijkheidsinitiatief kolonialisme noemen, staan buiten de geschiedenis.

WOZ: Milo Rau, u voert een theaterproces in Zürich over misdaden en ongelukken in de Congolese mijnbouwregio Kolwezi. De in Zug gevestigde Glencore Group haalt er kobalt en koper uit in twee grote mijnen. Dus je houdt een Glencore tribunaal?

Milo Rau: Ja, inhoudelijk kun je dat zeker zeggen. Alle zaken waar we mee te maken hebben, hebben te maken met het bedrijfsbeleid van Glencore: een geval van corruptie en omkoping op zeer grote schaal, milieuzonden en mensenrechtenschendingen. Tegelijkertijd staat de naam Glencore natuurlijk ook voor een systeem, namelijk voor de wereldwijd opererende grondstoffenhandel en zijn grijze gebieden. Maar zelfs in deze nu al ultra-brutale wereld zijn Glencore en zijn onderaannemers avant-gardistisch met een combinatie van witteboordencriminaliteit, waar geld stroomt, en klassiek geweld en ongelukken, waar bloed stroomt. Het is verontrustend wat onze onderzoekers ontdekken.

De Congo is sinds de jaren negentig van de vorige eeuw door elkaar geschud door een brute burgeroorlog. Welke rol spelen de mondiale grondstoffenconcerns in dit conflict?
Eind jaren tachtig was de mijnbouw in Oost-Congo nog steeds door de staat georganiseerd en hadden de mijnwerkers zelfs een ziektekostenverzekering. De Wereldbank vernielde deze structuren - en alleen westerse bedrijven hadden genoeg geld om de nu vrije concessies veilig te stellen, meestal door middel van omkoping. Er werd een superliberale mijnwet aan de overheid opgelegd, die de staat alle mogelijkheden ontnam om zich tegen de multinationals te doen gelden. Eind jaren negentig brak er een burgeroorlog uit. Bedrijven als Glencore maakten gebruik van de corruptie van de elites om enorme juridische duistere kamers te creëren waarin ze sindsdien onafhankelijk van enige controle opereren.

Hoe is de situatie ter plaatse in Kolwezi? Is Glencore daar zelfs direct aanwezig als bedrijf of wordt de verantwoordelijkheid uitbesteed via onderaannemers?
Glencore is niet alleen actief in de grondstoffenhandel, maar ook in de lokale mijnbouw, die naast de wapenhandel het meest criminele bedrijf ter wereld is. Er is hier een zekere koloniale grootheidswaanzin aan het werk, een "anything goes in the Congo" mentaliteit die teruggaat tot de stichter Marc Rich. Tegelijkertijd is Glencore, net als elk ander internationaal bedrijf, een professional van "verantwoordelijkheidsverspreiding". Harald Welzer bedacht deze term in ons eerste "Congo-tribunaal" vijf jaar geleden. U werkt met tussenpersonen en onderaannemers, die op hun beurt weer met onderaannemers werken. Dit maakt wettelijke overtredingen, zoals een tragisch ongeval met een zure vrachtwagen, waarover we in Zürich onderhandelen, moeilijk te begrijpen.

Op 29 november wordt het Corporate Responsibility Initiative in Zwitserland in stemming gebracht. Zou het überhaupt nuttig zijn in de gevallen die u aan de kaak stelt?
Soms wel, soms niet. In principe gaat het om een principiële beslissing: of mensen die door een Zwitsers bedrijf of zijn onderaannemers zijn benadeeld en geen rechtsmiddelen in Congo hebben, naar de rechter in Zwitserland kunnen stappen. Precies hoe en in welke mate moet per geval worden onderzocht.

In 2015 organiseerde u voor het eerst een theatertribunaal in Oost-Congo. Welke rol speelt het theateronderzoek naar de misdaden bij de verzoening in Congo? Blijft het symbolisch, of heeft het een echt effect?
Sommige gevolgen van het eerste tribunaal waren zeer reëel: de minister van Mijnbouw en de minister van Binnenlandse Zaken van de regio Zuid-Kivu werden ontslagen. Maar wat doorslaggevend was, was de symboliek, dat wil zeggen dat de mogelijkheid van een internationaal economisch tribunaal experimenteel werd bewezen. Als we de verhoren, die nu in Zürich zijn, volgend voorjaar in Kolwezi afronden, zal dit gebeuren met de officiële steun van het Ministerie van Mijnbouw. Dat komt bijna neer op institutionalisering.

Karin Keller-Sutter, de verantwoordelijke minister van Justitie, beschuldigt het initiatief van het bedrijfsleven van het uitoefenen van een nieuw kolonialisme door middel van het recht op uitoefening. Je kent de lokale juridische situatie, wat denk je?
Deze beschuldiging is zo absurd dat ze terecht naar Karin Keller-Sutter is geslingerd. Wat vindt mevrouw Keller-Sutter er dan van als al deze misdaden eindelijk worden onderzocht? Bovenal wil niemand een ander land, zoals Congo, rechtsmiddelen opleggen. Het gaat om het aansprakelijk stellen van Zwitserse bedrijven voor Zwitserse rechtbanken. Dat is precies het tegenovergestelde van het kolonialisme.

Wat zegt Keller-Sutter over het begrip van onze regering voor de rol van Zwitserland in de wereld?
Het is interessant om inzicht te krijgen in de mentaliteit van een overheid die actief probeert te voorkomen dat de meest flagrante misdrijven zo min mogelijk juridisch worden onderzocht. Dit gaat niet over morele sofisme, maar over hele geruïneerde economieën, gemartelde mensen en de vernietiging van de apocalyptische natuur...

Alles zit nog vol met toekomst Voorbij de ­waanzin wacht de zachtheid Met gesloten ogen kan je zien wie je wil Alleen de mens kan fantaseren Tot het aan de binnenkant blijft plakken