Common Grounds City Lab

Welke noden leven er in Gent? En hoe kan een theater daar een artistiek antwoord op bieden? In het Common Grounds City Lab zoekt NTGent naar gedeelde grond met zoveel mogelijk Gentenaars, in de kern én in de periferie van de stad. Een radicale bocht voor een stadstheater dat traditioneel in het hart van de burgerlijke samenleving staat.

Interview door Evelyne Coussens

Hoe zit het eigenlijk met dat ‘Gent’ in ‘NTGent’? Uitstekend, zo blijkt. Naast de artistieke hoofdlijnen over technologie en zorg krijgt ook de stad zelf de komende seizoenen een belangrijke rol toebedeeld, als podium, partner en onuitputtelijke inspiratiebron. 

Stadsdramaturg Matthias Velle en Rojda Gülüzar Karakuş, artistiek procesbegeleider van Fire, Walk with Me leggen uit hoe en vooral waarom NTGent kiest voor zo’n uitgesproken focus op de stad. 

Weet je nog, het All Greeks Festival? In het voorjaar van 2024 streek NTGent neer in acht Gentse wijken om er, in samenwerking met voornamelijk lokale partners, telkens vier Griekse tragedies op te voeren. Het hele festival speelde zich af in de publieke ruimte, het was gratis en toegankelijk voor iedere Gentenaar. 

De opwindende vibe bleef nog lang hangen, in de stad maar ook in NTGent. Het festival had, door de gelijkwaardige verdeling van ruimte en middelen, kennis en kunde, de ‘normale’ productielogica van een groot theater op zijn kop gezet. Tegelijkertijd volgde het een publiekslogica waarin het publiek niet naar het theater kwam, maar het theater zich onder de mensen mengde — op een uitnodigende, niet-opdringerige manier. 

Rojda Gülüzar Karakuş, toen nog toeschouwer, zag hoe groot de impact van die beweging was: “All Greeks toonde hoe je de worstelingen van de stad kan blootleggen op de plek zelf, daar waar ze zich afspelen. Hoe dat het moralisme intoomt. En hoe krachtig die ervaring is voor het publiek. We beseften dat we die inzichten moesten vasthouden.” 

Vasthouden én verder ontwikkelen — dat is ook de uitdrukkelijke wens van de artistieke leiding van NTGent. De derde artistieke lijn van het nieuwe NTGent spitst zich dus vooral toe op de stad en zou je kunnen vangen onder de noemer ‘participatieve kunstpraktijken’, legt Matthias Velle uit: “Participatieve kunstpraktijken vertrekken niet vanuit een volkomen vooraf bepaalde vorm of inhoud, maar vanuit plekken waar een zekere nood leeft. Kunstenaars strijken er neer, kijken wat er al aanwezig is en hoe ze er in samenwerking met de omgeving een artistiek antwoord op kunnen bieden. Door de manier waarop ze de context betrekken ontstaat er een groot maatschappijkritisch en emancipatorisch potentieel.” 

Meer dan ooit tevoren hebben we vandaag nood aan zulke praktijken, vinden Velle en Karakuş. “De neoliberale norm wordt steeds dwingender en laat zich meedogenloos gelden op het vlak van armoedebestrijding, cultuur, onderwijs, stadsontwikkeling, zorg… Ons maatschappelijk weefsel verzwakt, we worden uiteengeslagen tot geïsoleerde individuen. Participatieve kunstpraktijken kunnen weerstand bieden door hun collectieve verbeelding en hun verbindende kracht.”

Velle: “Om dat als stadstheater te kunnen bereiken, moeten we van de geijkte paden afwijken. We moeten crosssectorale samenwerkingen aangaan met wetenschap, welzijn, onderwijs, … omdat we niet alleen een theater willen zijn, maar ook een tegenbeweging.” Het is een radicale bocht voor een stadstheater dat traditioneel in het hart van de burgerlijke samenleving staat.

Ons maatschappelijk weefsel verzwakt, we worden uiteengeslagen tot geïsoleerde individuen. Participatieve kunstpraktijken kunnen weerstand bieden

Matthias Velle, stadsdramaturg

Fire Walk With Me curated image 09 nog uitsnijden

Zal er aan het Sint-Baafsplein dan geen ‘theater’ meer te zien zijn? Velle: “O jawel! Theater met internationale renommee zelfs, zoals dat van het gezelschap BERLIN. Alleen zal die ‘vertrouwde’ vorm van theater gestut worden door andere projecten die net zo goed zorgen voor ontroering, vervoering en verbinding.”

“Neem Firestarter, het vuurritueel van Barbara Raes en Alexandra Broeder, waarmee ons seizoen opent: daarin schuilt evenveel emotioneel en kritisch potentieel als in een voorstelling. Het verschil is dat het potentieel nog verder reikt, in het bijzonder naar mensen die de weg naar de schouwburg niet vinden.”

(Velle zwijgt even). “Weet je, we dragen de stad trots in onze naam. Dat verplicht ons ertoe een artistiek voorstel te doen dat zoveel mogelijk Gentenaars probeert aan te spreken.” Met Firestarter laat NTGent niet alleen het seizoen 25–26 maar ook de eigen, gloednieuwe visie ontvlammen. Al is het vuurritueel zelf maar het topje van de vulkaan, zo vertelt Karakuş. 

NTGent nodigt artiesten, organisaties en ‘gewone’ burgers uit, van binnen én buiten de cultuursector, om zich te buigen over ‘een nieuw begin’ — met het vuur als louterend en levenskrachtig symbool. Hoe al deze partners de betekenis van dit nieuwe begin precies invullen: dat kiezen ze zelf. Op de dag van het ritueel zullen ze als feestelijke slingers door de stad stromen, naar een openbare plek waar het vuurritueel voltrokken zal worden. 

Velle: “Het is de bekroning van een veel langduriger, onzichtbaar traject. De grootste waarde schuilt in de vele samenwerkingen, het onderzoek dat we vooraf voeren, de gesprekken waaruit wij leren. Er zijn Gentse kunstenaars en huizen waar ik met ontzag naar kijk, met een rijke traditie in participatief werken. Zij kunnen ons verrijken met hun ervaring en expertise, methodologieën op maat en fijnmazig netwerk. Als groot huis kunnen wij hen helpen om hun waardevolle werk meer zichtbaarheid te geven, om samen te dromen, denken en doen op de schaal van een hele stad. En wij kunnen onszelf verbinden met andere praktijken en publieken.” 

Adobe Stock 960168645 03
Adobe Stock 960168645 03
Fire Walk With Me curated image 09 nog uitsnijden

VAN DE KERN NAAR DE PERIFERIE

Om die ‘anderen’ nog beter te leren kennen, is het noodzakelijk dat NTGent ook fysiek buiten zijn grenzen treedt. Velle spreekt, met de woorden van de Gentse kunstenaar Elly Van Eeghem, over een ‘kernverlegging’: het kloppende hart aan het Sint-Baafsplein gaat aan het dwalen, verlegt zich van de kern naar de periferie van de stad. Zo vond de eerste editie van NTTent, aan het begin van het seizoen 24–25, nog op Sint-Baafs plaats, terwijl de knalrode tent voor de tweede editie, in het voorjaar van het seizoen 26–27, op een perifere plek zal worden neergepoot. 

Voor het project Zachtelanding - een atlas van de onbestemde stad startte NTGent al in de slotsessie van de eerste NTTent met het in kaart brengen van ‘urban voids’. Dat zijn onbestemde, vaak naamloze witruimtes, rafelranden van het stedelijk weefsel. Plekken waar mensen geen stem hebben, plekken van niet-erkend verlies, maar tegelijk plekken die zich onttrekken aan de dwangmatige logica van beheersbaarheid, controle en efficiëntie. Precies daarom dragen ze ook een utopisch potentieel in zich — dat van een alternatieve, radicale verbeelding. En net naar zulke plekken zal de NTTent voortaan aan het dwalen gaan. 

Karakuş noemt enkele voorbeelden: het gekapte Bloemekenswijkbos, de geschrapte en hartstochtelijk gemiste bushaltes in de randwijken, de wat bizarre semipublieke ruimte tussen het Museum Dr. Guislain en het psychiatrisch centrum. “Ogenschijnlijk zijn het betekenisloze en functieloze plekken, maar net doordat ze weerstand bieden aan die neoliberale logica, kunnen ze voor ademruimte zorgen om onze stad en samenleving te gaan her-verbeelden.” 

De Turkse beeldend kunstenaar Servet Koçyiğit wijst NTGent de weg. Zijn Soft Landing (2020) bestaat uit imaginaire, op de stad Istanbul geïnspireerde kaarten. Er worden ecologische rampen op afgebeeld, in zijdezacht borduurwerk aangebracht. Andere kaarten verwijzen naar koloniale pijn en ontworteling door migratie. Publieke, fysieke en mentale landschappen zijn het, zorgvuldig en liefdevol vervaardigd in samenwerking met scholen en lokale gemeenschappen. 

Het textiel symboliseert de behoefte aan geborgenheid, aan een thuis — een verlangen dat ook veel Gentse textielarbeiders met een migratieachtergrond zullen herkennen. In de lente van 2027 zal dit langdurige onderzoek naar de onbestemde plekken van Gent in een stadsproject uitmonden en krijgt Gent zijn eigen ‘zachte landing’. Deze verre horizon brengt meteen een laatste, niet onbelangrijke kwestie aan het licht: de omgang met tijd. 

WERKELIJK IEDEREEN

Participatieve kunstpraktijken zijn trage, gegronde processen, gestoeld op een langzaam groeiend vertrouwen. Ze staan haaks op een resultaatgerichte productielogica waarbinnen directe zichtbaarheid cruciaal is. Velle en Karakuş beseffen dat ze zich schrap moeten zetten, niet zozeer tegen het eigen huis, maar tegen de tijdsgeest die ook NTGent voortstuwt én misschien ook wel tegen hun eigen ongeduld. Uiteindelijk werken zij niet naar die ene grote première toe — hun werk bestaat er de komende seizoenen simpelweg in een steen te proberen verleggen. 

Karakuş glimlacht, ze kent haar pappenheimers. “Mijn verwachting is bescheiden. Maar iedere keer dat een mens een ander mens ontmoet binnen één van onze projecten, reken ik me rijk.” Velle: “Ik weet dat we de stad niet even snel snel zullen veranderen. Maar ik haal veel energie uit wat we begin vorig seizoen hebben kunnen realiseren met de NTTent, die bij uitstek de plek is om met gemeenschappen in gesprek te gaan. Aan het eind van die eerste editie, toen studenten van Ligo (Centrum voorBasiseducatie, red.) het publiek in het kader van hun moestuinproject Tomat uitgenodigd hadden om samen te koken, eten en op verhaal te komen, mailde iemand mij: ‘Nu pas heb ik het gevoel dat werkelijk iedereen welkom is bij NTGent.’ Dat deed zo’n deugd. Ik geloof oprecht dat we impact kunnen hebben.”