Recensie De verse tijd: 'over de lengte van schaamhaar en… | NTGent

Recensie De verse tijd: 'over de lengte van schaamhaar en spreken met een lantaarnpaal'

| 15 november 2018
Of het ook prangend theater oplevert, is een andere vraag, maar verdorie: verfrissend is het wel.

In De verse tijd gaan Kuno Bakker en Mokhallad Rasem een dialoog met elkaar aan. “Zonder ironie, zonder cynisme en zonder pretentie”, hadden ze ons op voorhand verteld, en daar was geen woord van gelogen. Of het ook prangend theater oplevert, is een andere vraag, maar verdorie: verfrissend is het wel.

Als toeschouwer heb je het gevoel getuige te zijn van een stuurloos maar hartelijk gesprek

Ze lijken wel een komisch duo, een kosmopolitische update van de Dikke en de Dunne. Er is Kuno Bakker, een kale, tengere, witte Nederlander, en er is Mokhallad Rasem, een bebaarde, struise, donkere Irakees. Ze praten, lachen, bekvechten, en wanneer ze het ergens over eens zijn, omhelzen ze elkaar. Ruim een jaar aan voorbereidingen aan De verse tijd hebben één groot voordeel: Bakker en Rasem voelen elkaar perfect aan.

De verse tijd werd aangekondigd als een aaneenschakeling “negen kleine voorstellingen over negen grote thema’s”, maar miniatuurtheater is dit stuk allerminst. Wie had gedacht dat de twee acteurs verschillende mini-verhaaltjes zouden vertellen en steeds in een andere rol zou kruipen, komt bedrogen uit: Rasem en Bakker spelen gewoon zichzelf, en voor het gros van de voorstelling ontpopt De verse tijd zich als één lang gesprek, over verschillende onderwerpen – van de ideale lengte van je schaamhaar tot wat het juist betekent om dood te gaan.

Klinkt saai? Dat is het allerminst. Het duo Bakker-Rasem vult elkaar naadloos aan, en tonen zich rasentertainers. Zware thema’s worden niet geschuwd, maar ze worden wel lichtvoetig behandeld. Steeds met de nodige dosis humor, zonder in ironie of sarcasme te vervallen: dat is al een kunst op zich. Rasem die vindt dat zijn collega een nogal banale naam heeft – “helemaal niet poëtisch!” – of vertelt hoe een oude man elke ochtend met een lantaarnpaal staat te praten: het zijn passages die haast achteloos worden verteld, maar wel steeds een voorzichtige glimlach op je gezicht toveren. 

Als toeschouwer heb je het gevoel getuige te zijn van een stuurloos maar hartelijk gesprek, tussen twee gelijkgestemde zielen die elkaar desondanks niet altijd begrijpen. En daar vrede mee nemen.

Wederzijds begrip

Maar De verse tijd mist wel richting. Diepgang ook, misschien. Zeggen dat deze voorstelling nergens over gaat, is te kort door de bocht: met hun korte gesprekjes verkennen de twee theatermakers hoe twee verschillende zielen naar elkaar toe kunnen groeien, door op zoek te gaan naar wederzijds begrip – ook al kunnen ze dat niet altijd vinden. Maar die essentie wordt al vroeg op de avond duidelijk, waardoor de tweede helft een stuk minder prangend aanvoelt. Dat Rasem en Bakker “de dingen niet willen benoemen”, helpt ook niet: soms blijven ze te veel hangen in algemeenheden, en laat het duo het na om een diepere laag aan te boren.

Wil dat zeggen dat deze samenwerking geen vruchten afwerpt? Allerminst. De luchtige manier waarop dit tragikomische tweetal elkaar zoekt én vindt, is verfrissend in tijden waarin theater haar publiek vaak met de neus op problemen wil duwen. Soms gaat De verse tijd misschien gebukt onder haar eigen lichtzinnigheid, maar een goed gesprek hoeft heus niet altijd zwaar op de hand te zijn. 

- Ewoud Ceulemans, De Morgen, 8-11-2018

Alles zit nog vol met toekomst Voorbij de ­waanzin wacht de zachtheid Tot het aan de binnenkant blijft plakken Alleen de mens kan fantaseren Met gesloten ogen kan je zien wie je wil