Interview met Mokhallad Rasem en Kuno Bakker over de verse tijd_Erwin Jans

| 26 oktober 2018
Toneelhuismaker Mokhallad Rasem speelde mee in een eerdere voorstelling van Dood Paard, Othello (Bye Bye). Kuno Bakker (Dood Paard) was vorig jaar te zien in de Toneelhuisproductie Poquelin II. De twee acteurs leerden elkaar beter kennen en voerden lange gesprekken over hun verschillende achtergrond. In hun gezamenlijke autoritten tijdens de tournee van de voorstelling begonnen ze aan een gesprek dat nog tot op de dag van vandaag voortduurt.

Kuno: “Mokhallad kan goed vertellen. Ik raakte gefascineerd door zijn verhalen, bijvoorbeeld over hoe in Irak in familieverband problemen worden opgelost, hoe er verjaardagen worden gevierd, etc. Ik heb hem voorgesteld om die gesprekken verder te zetten. Ik was ook erg getroffen door de beeldtaal in zijn voorstellingen. Die kano in Hamlet Symphony bijvoorbeeld. Die vond ik heel poëtisch, heel gedurfd. Mijn eigen verbeelding uit zich meer in woorden en teksten.”

Mokhallad en Kuno besloten samen aan een voorstelling te werken: De verse tijd. Ze hebben intussen van hun gesprekken een werkmethode gemaakt. In een open dialoog zijn zij elkaar om beurten vragen gaan stellen. Over alles en nog wat. Aanvankelijk waren dat losse gesprekken. Later meer gestructureerd rond een bepaald thema. Wat betekent het woord ‘grens’ voor jou? Wat betekent ‘de liefde’ voor jou? Wat betekent ‘poëzie’? Welke relatie heb je tot je moeder? Wat eet je graag?

Kuno: “Natuurlijk stel ik me wel eens de vraag: hoeveel betekent het wat wij tegen elkaar zeggen? In de wereldliteratuur is er al zoveel moois en dieps gezegd? Ik werk meestal met stukken en teksten die hun waarde al bewezen hebben. Dit is een nieuwe  situatie voor mij. Soms is het ook wat oncomfortabel om te moeten werken zonder de zekerheid van een stevige tekst. Maar de ontmoeting vraagt om een open gesprek waarvan de contouren niet op voorhand vastliggen.”

Op een bepaald ogenblik in het repetitieproces zijn Mokhallad en Kuno hun gesprekken beginnen opnemen. Ze hebben ze beluisterd, uitgeschreven, voor een deel uitgezuiverd en opnieuw opgenomen, dit keer  met een scherpere focus en een tijdslimiet. Ze concentreren zich op negen woorden of begrippen waarover ze zes minuten samen praten. Het geheel wordt een ketting van negen kleine voorstellingen waarbij de gesprekken als een soundtrack lopen bij een aantal woordeloze acts en fysieke beelden die uit improvisaties zijn ontstaan. Wat de toeschouwer hoort en wat hij ziet worden zo van elkaar losgekoppeld.

Mokhallad: “Naar jezelf luisteren is heel confronterend. Ik verbaas me soms over wat ik heb gezegd. Je herontdekt jezelf als iemand anders wanneer je naar je eigen stem luistert.”

Mokhallad komt uit Irak, Kuno uit Nederland. Samen hebben ze door Antwerpen gewandeld, een stad waarin ze beiden inwijkeling zijn. De ene merkt dingen op die de andere niet ziet. De andere hoort wat de ene ontgaat.

Mokhallad: “Ik was verbaasd dat zoveel mensen een hond hebben. Totdat ik begreep dat dat veel met eenzaamheid te maken had. Mensen praten hier ook veel meer met dieren dan in bijvoorbeeld Irak.”

In hun gesprekken willen Mokhallad en Kuno een plek creëren om elkaar te ontmoeten, om elkaar te kruisen en om desnoods ook naast elkaar door te kunnen lopen.

Kuno: “Misverstanden zijn onvermijdelijk. Woorden en begrippen verwijzen niet altijd naar hetzelfde. Zo hadden we op een bepaald ogenblik een gesprek over het ‘leven voor dit leven’. Voor mij ging dat over reïncarnatie en dat soort dingen, maar voor Mokhallad over zijn leven in Irak voordat hij naar Europa kwam. Het klinkt misschien soft maar je moet de tijd nemen om je in iemand te verdiepen. Voorbij het misverstand ligt meestal een groter begrip.”

De gesprekken gaan over grote en kleine thema’s: over eenzaamheid en oorlog, maar ook over de smaak van eten en het belang van kruiden. Het is in de banaliteit of de alledaagsheid van het gesprek dat Mokhallad en Kuno de valkuilen proberen te vermijden van de simpele tegenstelling en van het zoeken naar het culturele, religieuze, etnische,... verschil als verklaring voor alles.

Kuno: “Mokhallad spreekt over de moeder als een schaduw die je beschermt. Dat beeld kan je alleen maar begrijpen wanneer je weet dat hij uit een land komt waar het heel warm is en waar schaduw gelijkstaat met overleven. In het koude land waar ik vandaan kom, zie ik de moeder als een zon. Maar eigenlijk zeggen we precies hetzelfde.”

De gesprekken zijn bedoeld als een grote verzameling aan materiaal. Net zoals er ook beelden en handelingen zonder woorden verzameld worden. Om later samengevoegd te worden tot de voorstelling.

Mokhallad: “In spontane gesprekken ontdek je de poëzie van het leven. Het leven is vaak hard en zwaar, maar er zit ook veel poëzie in. Door lang en vaak met iemand te praten ontdek je de schoonheid van zijn of haar ziel en ook de schoonheid van je eigen ziel. Die schoonheid is niet onmiddellijk zichtbaar.”

Het gaat er Kuno en Mokhallad niet om het verschil te verabsoluteren. Jij bent zo en ik ben zo. Want dan wordt het verschil onoverbrugbaar. Het gaat erom het verschil vruchtbaar te maken. Het gaat erom het verschil in een nieuwe verbeelding om te zetten.

Interview opgetekend door Erwin Jans, 11 oktober 2018

https://www.toneelhuis.be/nl/p...