Milo Rau, de theatermaker die IS-strijders uitnodigde en daar geen spijt van heeft - Humo
| 15 mei 2018HUMO Extremen boeien u: uw vorige voorstelling ‘The Civil Wars’ ging over extremisme. Dat begon met de vraag: ‘Hoe reageer je als vader als je kind in Syrië gaat strijden?’
Milo Rau «Dat was in 2013, nog vóór er sprake was van IS. Ik heb toen drie families gevolgd, één waarvan de zoon verdwenen was, en twee waarvan de zoon net was teruggekeerd uit Syrië. Eén van de acteurs, Karim Bel Kacem, was ook bijna een fundamentalist geworden door zijn slechte relatie met zijn vader. Ik heb toen acteurs Sara De Bosschere en Johan Leysen gevraagd over hun relatie met hun eigen vader te vertellen. Langzaamaan werd het een voorstelling over de invloed van denkbeelden van vaders, en hoe hun eigen identiteit er voor een groot stuk door is bepaald. Ik ben wat dat betreft een freudiaan: voor een jonge man is het belang van de vaderfiguur enorm. Dat al die kerels in Antwerpen radicaliseren, heeft alles te maken met het gemis van een sterke vaderfiguur, iemand met wie ze zich kunnen identificeren. Ze zoeken hem buitenshuis en vallen zo ten prooi aan radicale imams. Dat was ook wat Karim vertelde in ‘The Civil Wars’: de jonge imam, die heel gespierd en fit was omdat hij sportte naar het voorbeeld van Mohamed de profeet, werd voor hem het voorbeeld dat zijn vader niet was.
»In Duitsland is na de oorlog precies hetzelfde gebeurd. Er heeft toen een castratie van alle vaders plaatsgevonden: ze waren losers, want ze hadden de oorlog niet gewonnen en ze waren nog slechteriken ook. Hun zonen konden hen onmogelijk als voorbeeld nemen, ze gingen elders op zoek naar ideeën en kwamen heel vaak uit bij het maoïsme, omdat dat gedachtegoed zo autoritair is. Dat is wat ze willen: een autoriteit. Het heeft me altijd mateloos gefascineerd hoe jongens hun identiteit vormen, en de rol die de vader daarin speelt.»
HUMO Uw vader was een trotskist.
Rau «Dat heeft mij enorm beïnvloed. Op mijn 12de ben ik al Russisch gaan studeren omdat ik ook Lenin wilde kunnen lezen. Bovendien verloor mijn vader door zijn overtuiging voortdurend zijn baan. We zijn veertien keer verhuisd. Dat was avontuurlijk, maar het was best zwaar om pakweg om het half jaar van school te veranderen. Dan begin je telkens weer onderaan in de hiërarchie, je klimt moeizaam omhoog en als je je plaats hebt gevonden, moet je naar een volgende school. Ik heb zo wel heel goed groepsprocessen leren doorgronden. Ik denk ook dat mijn interesse voor groepsgeweld, groepsdruk en in het verlengde daarvan de druk van een samenleving in die tijd is ontstaan.»
HUMO En op wie hebt u uw identiteit geënt?
Rau «Vooral op mijn grootvader. Mijn hele jeugd ben ik een outsider geweest. Ook omdat mijn vader chemicus was en via zijn job meestal in bourgeois kringen terechtkwam, maar ik ging natuurlijk nooit skiën of hockey spelen.
»Later viel de Muur en was je als linkse denker niet meer per definitie de vijand. Bovendien had ik van mijn grootvader geleerd dat naar muziek luisteren en de intellectueel uithangen ook werkte bij meisjes. Hij heette Dino Larese, hij was een Italiaanse immigrant, een schrijver ook. Hij was bevriend met Heidegger. Hij heeft me geleerd dat een outsider zijn oké is, tenminste als je slim bent, want kunstenaars en filosofen zijn ook belangrijk.»
HUMO Zou hij het een goed idee hebben gevonden IS-strijders uit te nodigen om in uw stuk ‘Het Lam Gods’ kruisvaarders uit te beelden?
Rau «Ja. Ik wil ook voor dit stuk uitgaan van mensen hun verhalen. Ik zoek voor de rollen van Kaïn en Abel mensen die hun broer of zus gedood of ernstig verwond hebben. En voor de rollen van de kruisvaarders wil ik mensen die strijden voor hun geloof. Ik wil weten wat hen bezielt.»
HUMO Begrijpt u de reacties op het zoekertje waarin u expliciet IS-strijders oproept te solliciteren?
Rau «Volgens mij waren het vooral politieke reacties. De N-VA, bijvoorbeeld, publiceerde al heel snel een oproep om in onze subsidies te snoeien.»
HUMO Maar terroristen moeten we toch geen platform geven?
Rau «Ik vind het podium bij uitstek geschikt om extreme opvattingen een plek te geven. En zeker de jongens die naar Syrië zijn vertrokken en zijn teruggekomen omdat ze hebben ingezien dat wat daar gebeurt, niets met de islam te maken heeft. Als ik die jongens geen podium mag geven, dan vraag ik me af waarom in Shakespeare-stukken moordenaars zichzelf wel mogen uitleggen. Daar is het theater voor gemaakt. Die jongens het woord geven, dat is mijn job.»
HUMO Maar de moordenaars in Shakespeare-stukken zijn geen echte moordenaars.
Rau «Als ik hier in België echte criminelen zou kunnen engageren, dan heeft het Belgische rechtssysteem een groot probleem, want dan lopen ze hier vrij rond. Alleen jongens die niet gezocht worden of die zijn vrijgesproken, komen in aanmerking.»
HUMO U hebt wel uw excuses aangeboden voor het zoekertje.
Rau «Helemaal niet. Het artistieke team heeft dat niet gedaan. Waarom zouden we ook? Het bestuur van NTGent heeft dat gedaan om diplomatieke redenen.
»Wist je trouwens dat ‘De aanbidding van het Lam Gods’ een schandaal was in de tijd van de gebroeders Van Eyck? Ze lieten Adam uitbeelden door een gewone Gentenaar, en dat vond iedereen ongehoord. Je moet eens goed kijken: Adam heeft op het schilderij knalrode handen, omdat die man een gewone arbeider is.»
even stompen
Bij het Gentse kunstencentrum Campo reconstrueerde Milo Rau in ‘Five Easy Pieces’ de zaak-Dutroux op scène. In ‘La reprise’ doet hij nu hetzelfde met de homofobe moord op de Luikenaar Ihsane Jarfi. Wat je ziet, is zo echt dat je niet anders kunt dan je afvragen hoe dat in godsnaam is kunnen gebeuren in onze samenleving. En toch is het geen loodzwaar moralistisch stuk, integendeel. ‘La reprise’ is doorspekt met subtiele humor, het is ongelofelijk slim gemaakt, juist tot in het kleinste detail en tegelijk licht van toon, ook al maken we in real time mee hoe Ihsane tot moes wordt geslagen. Rau vindt het zijn beste voorstelling tot nu toe – ‘La reprise’ is ook geselecteerd voor ongeveer elk theaterfestival in de wereld.
Rau «Echt geweld tonen op scène is natuurlijk onmogelijk. Maar ik heb toch geprobeerd de kern te vatten van wat er die avond is gebeurd.»
HUMO De levensloop van Fabian Leenders, de niet-professionele acteur die één van de moordenaars speelt, loopt tot aan de moord volledig parallel met die van de dader.
Rau «De acteurs met wie ik werk, zeggen niet vrijblijvend een tekst op. Ik wil dat ze mee verantwoordelijkheid dragen, dat ze weten wat ze op scène willen vertellen. Ik wil dat mensen over zichzelf praten. Dat is het enige wat me interesseert: een echt verhaal.
»Toen Fabian auditie deed, bleek dat hij in dezelfde buurt is opgegroeid als Jérémy Wintgens, één van de vier moordenaars. Ze hebben allebei als metselaar gewerkt, ze zijn allebei werkloos geweest, en daarna zijn ze als heftruckchauffeur aan de slag gegaan. Ze reden zelfs met hetzelfde automodel, heel bizar. Fabian is Jérémy Wintgens gaan opzoeken in de gevangenis en die zei hem: ‘Jij hebt geluk dat jij op een podium mag spelen. Geniet ervan.’
»Wintgens’ verhaal is óók tragisch, hè. Hij zat op die avond toevallig in die auto en hij wist niet goed wat hij moest doen toen zijn vrienden op Ihsane begonnen te slaan. Hij stompte even mee, maar deed verder niks, en nu zit hij een levenslange gevangenisstraf uit.»
HUMO Bij geweld speelt het toeval een grote rol, suggereert u in het stuk. ‘Was ik maar thuisgebleven,’ zegt Wintgens steeds.
Rau «Hij had er die avond ook voor kunnen kiezen zich anders te gedragen. Maar wat mij zo boeit in dat soort verhalen, is de vraag: hoe verantwoordelijk kan een mens voor zichzelf zijn? Is het puur Wintgens zijn schuld dat hij in de fout gaat? Of treft ook de homofobe samenleving die ons ongemerkt toch beïnvloedt, schuld? Vraag jij je nooit af of je bent wie je bent, omdat jij zo wilt zijn? Hoezeer bepaalt een samenleving hoe we ons gedragen? Iedereen wil graag iets betekenen, maar bepalen wij dat we pas iemand zijn als we werk hebben en dat je als werkloze zo goed als waardeloos bent, of is het de samenleving die daarover beslist?
»Nog zo’n vraag: zijn het de regisseurs die per se nog eens een stuk van Shakespeare willen opvoeren? Of doen ze dat omdat zoiets verkoopt en er veel eer mee te halen valt? Zo’n regisseur neemt nauwelijks enige verantwoordelijkheid, laat staat een risico. Je moet namelijk al een grote idioot zijn om een slechte Shakespeare-voorstelling te maken, want het zijn geweldige stukken. Als je spelers goed zijn, hoef je alleen maar de bourgeois regisseur uit te hangen: je kunt gewoon onder je stoel liggen slapen.
»Ik erger me eraan hoe bourgeois het theater is geworden. Ik wil alleen theater zien dat je midscheeps raakt.»
HUMO Maar wilt u iemand als Jérémy Wintgens begrijpen?
Rau «Geweld zoals dat wat Ihsane is aangedaan, kun je nooit begrijpen. Dus: neen.
»Heb je mijn film ‘The Congo Tribunal’ gezien? Daarin heb ik wel geprobeerd te begrijpen hoe het mogelijk is dat de internationale gemeenschap al twintig jaar lang niets doet tegen het geweld in Oost-Congo. We hebben in Congo een symbolisch tribunaal opgezet om de waarheid te achterhalen. Ik ben toen zwaar aangevallen voor dat project.»
HUMO U laat echte slachtoffers van onteigeningen door grote mijnbedrijven aan het woord, rebellen en mensenrechtenactivisten, en de ministers van Mijnbouw en Binnenlandse Zaken. Vóór het project zei u: ‘Waar politiek faalt, kan enkel de kunst overnemen.’ Hebt u toen de macht van de kunstenaar niet overschat? Was u niet beter journalist gebleven of politicus geworden?
Rau «Ik ben altijd socioloog en journalist gebleven. En journalisten als Ernest Hemingway, Jean-Luc Godard en Emile Zola zijn kunst gaan maken om hun ongenoegen over de wereld te uiten.»
HUMO Wat kan een kunstenaar dat een journalist niet kan?
Rau «Als ik aan de Congolese grens had gezegd dat ik journalist was, hadden ze me niet binnengelaten. En had ik gezegd dat ik politicus was, dan was ik nu waarschijnlijk dood. Maar een kunstenaar telt niet mee, die laten ze doen.»
HUMO Een journalist moet zijn beweringen wel staven.
Rau «Dat is een belangrijk punt. Historisch gezien is wat ik maak niet altijd verifieerbaar, ook ‘The Congo Tribunal’ niet. Ik hang af van getuigenissen. Ik gebruik de waarheid van de herinnering, de waarheid van het trauma.»
HUMO Maar in ‘The Congo Tribunal’ legt u wel impliciete verbanden.
Rau «Een getuige vertelt dat in Mutarule drie grote slachtpartijen hebben plaatsgevonden zonder dat er is ingegrepen. De minister van Binnenlandse Zaken legt vervolgens uit dat hij eens drie dagen na een bloedbad ter plaatse arriveerde, omdat zijn koplampen stuk waren. Dat is toch niet te geloven?
»In de hoorzitting komt ook ter sprake dat de Wereldbank op de plaats van die bloedbaden landbouwconcessies voor monoculturen wil toekennen. Het lijkt er dus sterk op dat de etnische spanningen in de regio voor economische doeleinden worden uitgebuit.»
HUMO Maar bewezen is het niet.
Rau «Neen. Dat is ook niet wat wij beweren. ‘The Congo Tribunal’ is een film voor het grote publiek. Ik wil uitleggen wat een economische oorlog is, en ook dat de economie wel geglobaliseerd is, maar dat er nog steeds geen wereldrechtbank is waarbij jij als individu een klacht kunt indienen als een multinational je grond komt onteigenen en je regering een oogje dichtknijpt.»
HUMO In ‘The Congo Tribunal’ getuigde een student met naam en toenaam. U bent bevriend geraakt met hem, maar daarna verdween hij spoorloos.
Rau «Ik heb hem teruggevonden, hij zit in Burundi. Maar toen heb ik me wel even schuldig gevoeld. Je in een film uitspreken tegen zo’n regime houdt risico’s in. Maar ik wil niet zeggen: ‘Ik ga de wereld toch maar niet proberen te verbeteren, want ik wil geen collateral damage.’ En als mensen me wijzen op de risico’s en de mogelijke gevolgen van wat ik doe, antwoord ik altijd: ‘Dat zijn de argumenten van mensen die nooit iets doen.’»
Stefanie De Jonge - Humo - 14/05/18