Recensie Rishi ★★★★★ Meppeler Courant
| 10 januari 2019Zesentwintig rollen telt de voorstelling van RISHI door Firma MES. Dat mogen er wat te veel zijn, belangrijker zijn de diversiteit en het spelplezier, de schwung waarmee die rollen vervuld worden.
Daan van Dijseldonk is het ene moment een afgemeten, beschaafde officier van justitie, het volgende moment springt hij bovenop de tqfel en gaat als een rasechte straatschooier in straattaal tegen de politie te keer.
Lindertje Mans is het ene moment een bedeesde verpleegkundige en het volgende moment een stoere journaliste die jongleert met feiten en cijfers. Lot van Lunteren is niet alleen een barse schietinstructeur bij de politie, maar ook een verveelde telefoniste in de meldkamer van de NS.
Naadloos gaan de personages in elkaar over. En met zo veel overtuiging dat mannen- en vrouwenrollen er qua geslacht niet meer toe doen. Zonder aanstellerig te worden speelt Van Dijsseldonk de rol van moeder van het slachtoffer. Je zou, een tikje tendentieus misschien, kunnen zeggen: de rol overstijgt het geslacht. Rishi was een Surinaams-Hindoestaanse jongen die in 2012 op station Hollands Spoor in Den Haag door de politie werd doodgeschoten.
De politie had een melding gekregen, dat er op het station iemand rondliep met een pistool op zak.
Toen Rishi werd aangehouden en daarop vreemd reageerde – hij rende weg – schoot een van de agenten hem van achteren neer. De affaire deed in die tijd veel stof opwaaien, zoals sommige affaires ineens rondgonzen in de publiciteit, omdat iets in die gebeurtenis aansluit bij een latente angst, die als een vulkaan tot uitbarsting komt. De zaak Rishi maakte een wantrouwen jegens de politie los, dat sinds die tijd is gebleven.
De voorstelling RISHI is meer dan alleen een reconstructie van de gebeurtenissen op die ochtend. Schrijver Kees Roorda en het gezelschap hebben scènes toegevoegd, die je als toeschouwer een verrassend inkijkje in het functioneren van de politie bieden, zoals bijvoorbeeld het lesje schietinstructie, gegeven door een instructeur die al heel lang in het vak zit. Verrassend genoeg zitten er bij die ‘extraatjes’, dat wil zeggen scènes die niet uit de politierapporten of de rechtbankverslagen afkomstig zijn, ook scènes waarbij de humor ondergronds meestroomt, zoals in de scène over de communicatie van de verschillende meldkamers van de NS na een lange, drukke werknacht, waarbij nogal wat informatie verschijnt en verdwijnt.
Dit heeft iets van een bekend gezelschapsspelletje. Zelfs de droge opsomming van de verschillende verdovende stoffen in het toxicologisch rapport krijgt iets onwerkelijks en daarmee absurds. Een goede timing helpt daar een stuk bij en daar ontbreekt het in deze voorstelling dan ook niet aan.
In het nagesprek, dat bij Firma MES een vaste gewoonte is, kwam er tenslotte nog wat meer informatie over de voorstelling aan bod. Bij sommige voorstellingen wordt tegenwoordig een inleiding gehouden. Maar een uitleiding is zeker zo interessant, bewees Firma MES na afloop.