Ontmoet Fingerprints curator: Leni Van Goidsenhoven | NTGent
Rsz 8 Img 5127 Druk C Michiel Devijver

Ontmoet Fingerprints curator: Leni Van Goidsenhoven

| 19 mei 2022
Vanaf dit seizoen laten twee curatoren hun vingerdrukken na op onze programmatie. We nodigen mensen uit die vanuit hun eigen expertise voorstellingen kiezen rond thema's die we in onze activiteiten willen verankeren. Dit seizoen leggen curatoren Leni Van Goidsenhoven en Alexia Leysen de focus op inclusie en duurzaamheid. Ze verrijken zo ons programma en scherpen onze blik aan. We laten curator Leni Van Goidsenhoven zelf aan het woord:

Handicap, psychische kwetsbaarheid, en ziekte in relatie tot literatuur en kunst is wat me altijd heeft geboeid. De laatste negen jaar ben ik dan ook voornamelijk bezig geweest met thema’s als neurodiversiteit, inclusieve leerom­gevingen, representaties van niet-­normatieve lichamen en zintuigen in kunst, literatuur en media. Aan de universiteit doceer ik over deze thema’s binnen zowel de literatuurwetenschappen als de filosofie en de bio-­ethiek. Het studiedomein waarin ik me als academicus voornamelijk in beweeg heet ‘disability studies’. Dat is een discipline die werkt met ervaringsverhalen en van daaruit aan theorievorming doet. Het gaat vaak om het in vraag stellen van individualistische benaderingen van handicap of psychische kwetsbaar­heid, benaderingen die vooral nadruk leggen op het tekort.­

In mijn eigen werk begrijp ik handicap veeleer als een relationeel fenomeen en als een bron van mogelijkheden en kennis, wat ons op heel andere plekken brengt.

Algemeen vind ik het belangrijk om niet louter te focussen op hoe we de samenleving inclusiever kunnen maken door steeds meer in te zetten op uitzon­deringsmaatregelen die toegankelijkheid verhogen (denk aan rolstoelrampen en minder trappen, braille en auditieve equivalenten van geschreven taal, stille ruimtes enzovoort). Dat is uiteraard allemaal noodzakelijk en welkom, maar ik wil er toch vooral op aandringen om handicap collectief anders te verbeelden. Handicap is niet iets dat gewoon getolereerd moet worden naast de norm van een zogenaamd valide lichaam.

​Verschil zou als iets natuurlijk moeten worden begrepen.

Waar ik dus op inzet is het anders denken over diversiteit van licha­men, zintuigen en denkstijlen. Het gaat erover ons collectief voorstellingsver­mogen op te rekken door op zoek te gaan naar de wenselijkheid van verschil. Kunst — waarin gretig geëxperimenteerd kan worden met mogelijke werelden en perspectieven — is daarbij onontbeerlijk. De opdracht van NTGent om enkele voorstellingen te programmeren in relatie tot handicap in de breedste zin van het woord, deed me nadenken over wat in het hier en nu van het Vlaamse podiumkunstenlandschap het meest urgent is. Leg ik me toe op de complexiteit van het thema? Of kijk ik vooral naar toegankelijkheidskwesties voor het publiek, voor medewerkers in de sector, voor kunstenaars? Kan ik bijvoorbeeld een voorstelling programmeren die niet over handicap gaat en vervolgens alles rond publiekstoegankelijkheid – waar NTGent al hard op inzet – verder verdiepen? Kies ik voor een voorstelling die handicap als lens of blik binnen het maakproces gebruikt? Zet ik in op representatie en aanwezigheid op scène van diverse lichamen zodat er meer kansen komen voor kunstenaars en het publiek anders leert kijken? Hoe een kunstenaar met een beperking programmeren onder het kopje diversiteit als die kunstenaar zo niet geprogrammeerd en gekaderd wil worden? Hoe stap je zelf niet in een belerende en moraliserende rol? Ik besloot om de breedheid en complexiteit van het thema niet gewoon ten volle naar voren te schuiven in het nadenken over programmatie, omdat dat al snel een zoveelste theoretisch debat zou openen en ik toch vooral verschil wil zien, actie wil voelen. Mijn opdracht begreep ik daarom als een soort inleiding of aanzet op wat kan. Want dit zal nooit af zijn. In mijn ideale scenario gaat NTGent langere tijd aan de slag met dit thema en/of de kunstenaars die ik naar voren schuif, ook met diegenen die uiteindelijk niet geprogrammeerd werden. Het ideale plaatje had ik vrij snel in mijn hoofd. Ik wilde totaal verschillende voorstellingen: één waarbij een kunstenaar met een beperking heel expliciet werkt rond het thema handicap, een andere waarbij participatie van publiek een rol speelt en ten slotte een voorstelling die thematisch helemaal niet gaat over handicap, maar waarbij het thema gewoon aanwezig is zonder meer en waarbij de esthetiek een heel breed publiek aanspreekt.

​Het liefste wilde ik een mix van fysieke en minder zichtbare beperkingen, net als kunstenaars van kleur en alle leeftijden.

Om dit ideale plaatje rond te krijgen, moest ik opvallend genoeg vooral over de landgrenzen heen kijken. Ik kwam al snel uit bij makers als Michael Turinsky, Chiara Bersani, Doris Uhlich, Danskompaniet Spinn, Athina Lange, enzovoort. Dit hoeft niet te verbazen, want ook de meest recente rapporten over handicap in de kunsten laten zien dat Vlaanderen niet zo hoog scoort op vlak van inclusie. Om budgettaire redenen was het niet mogelijk om zoveel buitenlandse voorstellingen te kiezen — al die vluchten die het met zich zou meebrengen zouden bovendien ook ingaan tegen Alexia Leysens thema duurzaamheid. En dat wil ik niet. Moeilijk evenwicht zoeken dus. Niettemin gaf het ideale plaatje dat ik had opgesteld mij richting en perspectief.

Het thema om te program­meren naar diverse lichamen is experimenteel en kan veel kanten uit. Voor mij was het alvast een boeiende zoektocht waarin ik ontdekte dat ik niet zomaar activistisch wilde zijn, maar vooral nuance, context en openheid wilde bieden in hoe ik voorstellingen koos.

Openstaan voor andere manieren van zijn, zonder iets te willen oplossen of fixen, blijft voor mij de basis.

Leni Van Goidsenhoven is als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de Universiteit Antwerpen (Wijsbegeerte) en de KU Leuven (Culturele Studies). Haar onderzoek focust op het belang van verbeelding en ervaringsverhalen van mensen met een beperking in onderzoek. Ze is auteur van het boek OnGehoord  (EPO, 2021) en auteur van Autisme in veelvoud  (Garant, 2020) .